Stel dat je 3-jarigen wilt voorbereiden op de ‘grote school’, het primair onderwijs, door ze in een groep van 24 kinderen bij elkaar te zetten. Acht peuters (maximaal 3 jaar oud) hebben toezicht en begeleiding nodig van een pedagogisch medewerker. Zestien kleuters (minimaal 4 jaar) dat van een leerkracht. Zegt de wet. Prima. Wat de wet verbiedt is om deze twee groepen mét hun begeleiding bij elkaar te zetten. Mag niet. Onder geen enkele voorwaarde. Een kind van 3 jaar, 11 maanden en 30 dagen mag nu eenmaal niet in een groep met meer dan vijftien anderen. Precies 24 uur later acht de wet datzelfde kind bestand tegen groepen van dertig of meer oudere basisscholieren met één onderwijzer ervoor.’

De gemeente en de kinderopvang willen samen een duidelijk signaal geven richting Den Haag, omdat zij de maatregelen uit de Wet IKK onwerkbaar vinden. ‘In zijn streven om alles perfect te regelen, schoot de wetgever door. Nauwgezet en verpletterend precies schreef hij voor wie waar, wanneer en hoe peuters en kleuters mag opvangen’, staat in de brief. Lees hier het hele artikel.